Vorige week schreef ik over de liefde en de angst. Zolang er nog angst in ons is, dan is de liefde van God niet volledig in ons. Als de liefde van God helemaal in ons leeft dan is alle angst weg. En dat is geloof, vertrouwen. Daar hoeven we niets voor te doen behalve dat we God leren kennen als de God van liefde in ons leven. Dit betekend niet dat we de kennis dat God liefde is, maar dat we het weten en er naar handelen.
Maar hoe kunnen we groeien in die liefde? In Efeze bid Paulus voor hen, hij knielt neer voor de Vader, om Hem te vragen ons te vullen met Zijn kracht zodat Jezus in ons mag leven. In geloof mogen we weten dat de kracht van God door Jezus in onze hart is. En Paulus bid voor de openbaring van de liefde van Jezus.
Deze liefde is zo groot dat het onvoorstelbaar is, dat we samen er achter kunnen komen hoe groot die liefde is. Dat we als het lichaam van Christus ontdekken de grootsheid van die liefde, dat we in de volheid van die liefde kunnen leven.
Als we een stukje verder lezen in Efeze 4:11-13 dan zien we waar de kerk voor is. Dan zien we dat de kerk een plaats is (niet een gebouw) waar mensen groeien in hun geloof, in hun kennis van de liefde van Jezus. Dat ze in de volheid komen van Jezus, dat ze niet meer hoeven te twijfelen of bang hoeven te zijn maar dat we als kerk er achter komen hoe groot de liefde is.
De kerk, dat zijn wij waar wij samen groeien in het vertrouwen in de liefde van Jezus. Dat we meer en meer mogen zien hoe groot de liefde van Jezus en er op kunnen vertrouwen. We hoeven niet meer bezorgt te zijn over ons leven, want we weten dat we groeien in de aanwezigheid van God.