2 Zo wil ik hen bemoedigen en hen in liefde bijeenhouden, opdat ze tot de volle rijkdom van allesomvattend inzicht komen, tot de kennis van Gods mysterie: Christus, 3 in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen. (Kolossenzen 2:2,3)
We gaan naar school, naar de universiteit we bestuderen van alles en nog wat, van filosofie tot natuurkunde. Maar weten we het echt zijn we echt wijs. De wetenschap is verheven tot de wijsheid van de wereld en dat volgen we, maar is dat wijsheid?
Religie is afgedaan als een soort zingevingsfabeltje voor het leven. Het is niet op menselijk niveau te bewijzen dus het bestaat niet. En daar zit nu net het probleem, in onze trots denken wij dat onze wetenschap het enige is wat er is. Door onze trots en vernuft denken we alles te weten maar eigenlijk missen we de waarheid omdat we niet verder durven te kijken dan onze zintuigen.
Elke keer staat de wetenschap verbaasd om een nieuwe ontdekking en nog durft men God te ontkennen. Maar wij zijn God niet, wij hebben de aarde niet geschapen. Wie zijn wij om Hem te ontkennen? Want bij Hem is de wijsheid, bij Hem is de kennis van het nieuwe leven, van wie God is in Zijn liefde.
4 Dit alles schrijf ik opdat niemand u met fraaie redeneringen op een dwaalspoor brengt. (Kolossenzen 2:4)
Als we eenmaal beginnen om onze trots opzij te leggen en de werkelijke wijsheid van God gaan verlangen dan komen we aan Zijn voeten om van Hem te leren. Dan hoeven we niet meer afgeleid te zijn door slimme redeneringen die voortkomen uit het menselijke brein. Maar dan gaat er een wereld open waar de mysterie van God wordt geopenbaard.
Als we eenmaal aan deze studie beginnen dan willen we niet meer ophouden maar dan willen meer van Hem weten. Als deze mysterie eenmaal wordt geopenbaard aan ons dan zijn we verslaafd aan meer van God.