13 Toch blijft de mens, in al zijn aanzien, niet bestaan;
hij wordt gelijk aan de dieren, die vergaan.
14 Deze weg die zij gaan, is hun dwaasheid;
toch scheppen hun nakomelingen behagen in hun woorden. Sela (Psalm 49:13-14)
Hoe vaak wij ons ook verbazen, of het nu een klein kind is dat leert lopen of de mens die op medisch niveau weer wat heeft uitgevonden, het is allemaal kinderspel. Het is namelijk de mens die elke keer weer een stukje ontdekt van de wereld die door God geschapen is.
En dat is wat de wereld is vergeten en wat veel christenen ook zijn vergeten. We zijn als kinderen hier op aarde die mogen genieten van wat God geschapen heeft, we mogen ontdekken hoe mooi het allemaal in elkaar zit. En elke ontdekking is weer een mini stap in het ontdekken van Gods grootheid.
En als we ons dat realiseren dan valt er een grote trots van onze schouders, er is niets hier op aarde dat God niet kent of weet. We zouden ons zo kunnen voorstellen dat God net als wij ons verheugen in de ontdekkingen die we als kinderen doen.
Voor de wereld zijn al die ontdekkingen redenen om te denken dat ze toch echt wel boven aan de voedselketen staan. De trots van wat wij allemaal bereiken en ontdekken. Want hoe slim zijn we wel niet dat wij zoveel kunnen?
We hebben God nodig, we kunnen niet zonder de schepper. Zoals een kind de ouders nodig heeft zo hebben wij God als onze Vader ook nodig. Wij mogen/moeten in afhankelijkheid leven van Hem die de bron is van het leven. Als we dat zouden doen, zouden we veel meer zien dan de wetenschap denkt te zien. Want het gaat zoveel dieper.