7 U hebt geen vreugde gevonden in slachtoffer en graanoffer,
U hebt Mijn oren doorboord;
brandoffer en zondoffer
hebt U niet geëist.
8 Toen zei Ik: Zie, Ik kom,
in de boekrol is over Mij geschreven. (Psalm 40:7-8)
Vers 8 is een vreemde tekst in de context van dit hoofdstuk. Eerst heeft David het over de offers waar God niet in geïnteresseerd is en dan lijkt het er op alsof hij vanuit Gods perspectief zingt. God die zegt dat Hij zal komen en dat het over Hem gaat in de boekrol.
Er is een hoop geschreven in de bijbel over God. Maar de vraag is wat er is geschreven. Sommige mensen lezen het als een geschiedenis boek, andere lezen het als een wetboek, maar in werkelijkheid is het een boek over de relatie tussen God en de mens. En meer specifiek, de verschillende relaties tussen God en verschillende mensen.
Elke relatie met God is uniek, iedereen staat er op zijn/haar eigen manier in. En dat is een keuze die wij maken, hoe staan wij in die relatie. Is het een last die op ons drukt, een angst dat we niet in de hemel komen? Of is het een verlangen naar Zijn aanwezigheid, om Zijn schoonheid te zien?
David kwam er in die relatie achter dat God helemaal geen behoefte heeft aan zijn offers. Ook al staat het in de boekrol geschreven, het ging daarbij niet over de offers zelf maar om het hart van God. Het gaat niet om de methode, het gaat om het resultaat. God komt er aan, Hij wil Zichzelf openbaren, Hij wil een diepe relatie met ons mensen.
Het gaat niet om de methode, het gaat om Hem. Hij komt, Hij openbaart Zichzelf, met Hem mogen we wandelen. God heeft geen behoefte aan offers, Hij heeft het verlangen naar een open hart. Een hart dat open is voor een duurzame relatie.