1 Een psalm van David, voor de koorleider, bij snarenspel.
2 Als ik roep, verhoor mij,
o God van mijn gerechtigheid!
In de benauwdheid hebt U ruimte voor mij gemaakt.
Wees mij genadig en luister naar mijn gebed. (Psalm 4:1-2)
Wat is de betekenis van gebed in jouw leven? Heb je weleens het gevoel dat je werkelijk tot God aan het praten bent? Voel je dat er contact is tussen God en jou op het moment dat je op Hem gericht bent? Helaas is er veel gebed dat zo standaard is dat we er niet eens bij nadenken, het komt er gewoon uit. Ander gebed zijn zoveel woorden dat het meer een preek is voor de mensen om ons heen dan dat het werkelijk op God gericht is.
En dat kun je niet zeggen van deze woorden van David. Hij richt zich werkelijk op zijn Heer en God, hij verlangt er naar dat zijn gebeden worden verhoord. En dat is een plek waar elke christen zou moeten komen. Een plek waarin wij werkelijk verlangen dat de woorden die wij spreken in het gebed worden verhoord.
En als wij dat verlangen niet hebben dan kunnen we net zo goed niet bidden. Het zijn dan lege woorden die we opsturen met een ballon en die dan ergens in het bos terecht komt. Gebed is een pilaar van ons geloof, zonder gebed is er geen relatie met de God van hemel en aarde. En als wij dat gebed dan een beetje afraffelen of heel vroom standaard woorden oplepelen dan is dat een gebed zonder geloof.
Als ik roep, verhoor mij. Het is het geloof dat wij ook nodig hebben in de kerk. Het is een verlangen naar Gods hand in ons leven. Niet langer hopen we op de goede voorzieningen die de overheid ons geeft, maar hopen we werkelijk op een leven in God. Verhoor mij als ik roep, want ik weet dat U het bent die in de benauwdheid ruimte heeft gegeven.
Wat we daar wel aan moeten toevoegen is dat David zich tot een rechtvaardige God richt. Het is dus niet zo dat we God zomaar kunnen commanderen, het is God die in Zijn rechtvaardigheid antwoord. En als wij ons tot Hem richten moeten we dat erkennen. We kunnen God niet voor ons karretje spannen en daarom leert Jezus ons bidden: ‘laat Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiedde.’