17 Houd iedereen in ere; heb al uw broeders lief; vrees God; eer de koning. 18 Huisslaven, wees uw meesters met alle ontzag onderdanig, niet alleen hun die goed en welwillend zijn, maar ook die verkeerd handelen. (1 Petrus 2:17-18)
In de context van de vorige overdenking mogen we begrijpen dat dit geen wetjes zijn waar we ons aan moeten houden. De nadruk in de vorige zin ligt op het ‘moeten’. Want de verzen hiervoor hebben aangegeven dat we de vrijheid die we hebben ontvangen niet moeten misbruiken.
De wet van het oude testament was bedoeld als een kader waar de mensen zich aan moesten houden om zo naar de wil van God te leven. Helaas werd het een last voor de joden en werd het steeds moeilijker om er aan te gehoorzamen. Er is dan een gevecht gaande in ons hart dat niet wil luisteren.
Zo moeten we de woorden van Petrus niet lezen, het zijn geen wetjes om ons een last op te leggen. In de vorige overdenking is uitgelegd wat vrijheid nu werkelijk is. Het is de vrijheid hebben in de keuzes die we maken, we worden niet beïnvloed door prikkels van buitenaf. En als we in die vrijheid leven dan zijn deze woorden van Petrus een bemoediging om vooral in die vrijheid te blijven wandelen.
Want in die vrijheid willen we respect blijven hebben voor de mensen om ons heen, willen we onze broeders lief hebben. De wereld en zijn leugens hebben dan geen effect meer op onze keuzes. De tv, internet en alle andere media die ons oproepen om vooral maar egoïstisch bezig te zijn, bepalen niet langer de weg die wij bewandelen. Wij kiezen er voor om onderdanig te zijn. Wij kiezen er voor om lief te hebben. Wij kiezen er voor om God te vrezen.
Het zijn geen wetjes, het is een oproep om vooral te blijven kiezen voor het verlangen dat in God leeft. En zo mogen wij zoeken naar de vrijheid in God, de vrijheid die er voor zorgt dat we in liefde wandelen met elkaar.