26 Want ik zeg u dat aan eenieder die heeft, gegeven zal worden. Maar van hem die niet heeft, zal ook afgenomen worden wat hij heeft. 27 Maar deze vijanden van mij, die niet wilden dat ik koning over hen zou zijn, breng ze hier en sla ze hier voor mijn ogen dood. (Lukas 19:26-27)
We zouden er bijna overheen lezen. Twee verzen in deze gelijkenis gaan niet over de dienstknechten van Jezus, maar over mensen die niet wilden dat hij koning over hen zou worden. Het lijkt wel of Jezus heel subtiel(of misschien wel niet subtiel) wil aangeven dat de mensen die zich tegen Hem verzetten zich op een hele gevaarlijke weg begeven.
De gelijkenis is er op gericht dat wij als Zijn volgelingen heel serieus staan in ons geestelijk leven. We moeten niet te makkelijk denken over ons christen-zijn. Maar Jezus geeft daarin nog net een harde waarschuwing voor mensen die Hem willen tegenwerken. Want misschien lijkt het op dit moment dat Jezus niets terug doet en ze maar hun gang kunnen gaan, maar ook voor hen komt de tijd er aan dat ze voor Zijn troon zullen staan.
Er zijn vele mensen die denken dat Jezus een goede profeet was of helemaal niets was, maar zij kunnen niets veranderen aan de werkelijkheid. Deze heer ging weg om koning te worden en kwam terug als koning. Zo is Jezus ook koning geworden en zal Hij terug komen om te oordelen, of we het er nu mee eens of niet.
En dat is de boodschap die Jezus wil geven, we kunnen zelf wel een mening hebben, maar uiteindelijk is het God die bepaald. Wij leven hier op aarde misschien 100 jaar, maar wat kunnen wij doen in die tijd? Het is Jezus die was, die is en die komen zal, Hij is voor eeuwig koning en daar veranderen wij niets aan.
De mensheid lijkt zich te verheffen boven alles wat met God te maken heeft. De mensheid denkt te weten hoe alles in elkaar zit en wat er gaat komen. Maar die trots en arrogantie zal verbleken op het moment dat onze Koning terug komt. Dan zal Hij iedereen oordelen. De Farizeeën dachten dat ze te maken hadden met een of andere rabbi, maar ze hebben te maken met de Heer die alle autoriteit van de Vader heeft ontvangen. En daar veranderen wij niets aan.