28 Daar zal gejammer zijn en tandengeknars, wanneer u Abraham, Izak en Jakob en alle profeten in het Koninkrijk van God zult zien, maar u buitengeworpen. 29 En daar zullen er komen van oost en west, van noord en zuid, en zij zullen aan tafel gaan in het Koninkrijk van God. 30 En zie, er zijn laatsten die de eersten zullen zijn en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn. (Lukas 13:28-30)
De gedachte was dat zij kinderen van Abraham waren, zij waren erfgenamen van deze aartsvader. En de tijd zal komen dat zij Abraham zullen ontmoeten en samen met Hem in het Koninkrijk van God mogen wandelen. Althans dat was de overtuiging, zij wisten het zeker. Vooral de leiders waren er heilig van overtuigd dat ze recht hadden op een plek bij hun vader Abraham.
Daarom komt deze uitspraak van Jezus des te harder aan. De overtuiging waaraan zij vasthielden wordt onder hun voeten afgebroken. En Jezus gaat nog verder, er zullen mensen van buiten Israël, vanuit alle windstreken komen en aan tafel gaan in het Koninkrijk van God. De aanval van Jezus komt nog harder aan. Want ook al is Israël uitverkoren boven alle ander volken, dat betekent niet dat God de deur heeft gesloten voor deze andere volken. Sterker nog, er zullen mensen zijn die niet bij Israël horen en toch aangaan aan de tafel, terwijl er joden zullen zijn die niet zullen aangaan.
En dat is gelijk de betekenis van het laatste vers. Letterlijk staat er, dat er mensen op de eerste rij die het beste kaartje hadden niet eens de show zullen meemaken, terwijl er mensen zijn die nog buiten in de rij staan en eigenlijk geen kaartje hebben, de show wel zullen meemaken. De eerste zullen de laatste zijn en de laatste zullen de eerste zijn.
Soms is onze overtuiging zo sterk en tegelijk zo koppig dat we niet zien dat we ergens de verkeerde afslag hebben genomen. Soms zijn we zo overtuigd van onze eigen dogma’s en onze manier van geloven, dat we niet inzien dat we uiteindelijk toch buiten komen te staan. Het woord ‘christen’ brengt ons nergens en dat wil Jezus ons hier laten zien. We zullen nog verbaasd staan wie er allemaal wel en wie er allemaal niet het Koninkrijk van God mogen ingaan.
Wees gewaarschuwd, het is allemaal niet zo duidelijk. We kunnen mensen niet langs onze meetlat gaan leggen om te bepalen of zij aan tafel zullen gaan met Abraham. Het is God die dat bepaald en dat moet onze leidraad wezen. En alleen als we oprecht verlangen naar die waarheid, als we oprecht bereid zijn om alles los te laten, inclusief onze sterkste overtuiging, dan zal Hij ons de waarheid openbaren.
Laten we niet zo kortzichtig zijn, laten we er alles aan doen zodat wij mogen ingaan in het Koninkrijk van God. Dat is onze verantwoordelijkheid, laten wij diegene zijn die niet verrast worden, maar al binnen zijn op het moment dat de deur gesloten is.