1 Nadat Hij al Zijn woorden beëindigd had ten aanhoren van het volk, ging Hij Kapernaüm binnen. 2 En een slaaf van een zekere hoofdman over honderd, die hij zeer waardeerde, was ziek en lag op sterven. 3 Toen hij over Jezus gehoord had, stuurde hij de oudsten van de Joden naar Hem toe en dezen vroegen Hem te komen en zijn slaaf gezond te maken. 4 Toen die bij Jezus gekomen waren, smeekten zij Hem indringend en zeiden: Hij is het waard dat U dat voor hem doet, 5 want hij heeft ons volk lief en heeft zelf de synagoge voor ons gebouwd. (Lukas 7:1-5)
In het voorgaande heeft Lukas vooral preken van Jezus beschreven. Preken waarin Jezus duidelijk wilde maken dat het leven een keuze is, voor of tegen God. Als onze keuze voor God is dan leven wij ons leven naar de wil van de Vader. Als wij dat niet doen en onze eigen weg gaan is dat een keuze tegen God. Maar het blijft altijd een bewuste keuze, hoe onbewust wij het ook willen maken.
Nu begint Lukas met wat voorbeelden van wat Jezus heeft gedaan. Voorbeelden die even net iets anders zijn. Want hier komen de oudsten van de joden naar Jezus toe om te smeken dat Jezus een niet-jood helpt. Want dat leeft heel sterk onder de joden, wij zijn het volk van God, God bemoeit Zich alleen met ons. En nu willen of moeten deze oudsten een wederdienst bewijzen omdat deze legerleider blijkbaar veel goeds heeft gedaan voor hen.
Ook deze legerleider heeft van Jezus gehoord, de wonderen die Hij heeft gedaan. Dit zien we wel vaker ook hier in India. Het geloof in een machtige God die kan genezen of grote wonderdaden doet is onder de niet-christenen vaak groter. Zij dienen verschillende goden en welke god het wonder ook doet, ze hebben het wonder nodig. Maar ze weten dat het bovennatuurlijk het kan. Daarom accepteren Hindu’s Jezus heel snel, het probleem is dat Hij een van de vele wordt.
Maar het geloof is er en daarom wil deze hoofdman ook dat de oudsten naar Jezus gaan om Hem te smeken zijn dienstknecht te helpen. Het is zo anders. Het gaat hier niet om een man die een verlosser verwachte, het gaat hier niet om vier vrienden die hun verlamde man naar Jezus brachten. Het gaat hier om oudsten die misschien sceptisch zijn tegenover Jezus, maar Hem toch om een gunst moeten vragen vanwege deze heiden die goed voor hen is.
Zou Jezus hier op ingaan? Want dat lijkt de vraag die Lukas hier wil beschrijven. Is Jezus ook gekomen om deze hoofdman, die behoort tot de verdrukker en niets met de God van Abraham te maken heeft, te helpen? Moet deze man eerst jood worden?
Nog een laatste punt bij de introductie van dit wonder. De oudsten vinden dat deze hoofdman het vooral verdient heeft. Ook dat zou voor ons een reden zijn om eerste een preek af te steken over genade, maar wat als deze man het nu werkelijk verdient heeft? De context van dit wonder is misschien niet zoals wij voor ogen hebben, maar toch zullen we zien dat God maar om één ding geeft en dat is geloof.