12 Het gebeurde in die dagen dat Hij naar buiten ging, naar de berg, om te bidden; en Hij bleef heel de nacht in gebed tot God. 13 En toen het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen bij Zich en koos er twaalf van hen uit, die Hij ook apostelen noemde: 14 Simon, die Hij ook Petrus noemde, en zijn broer Andreas, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeüs; 15 Mattheüs en Thomas, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon die Zelotes genoemd werd, 16 Judas, de broer van Jakobus, en Judas Iskariot, die ook de verrader geworden is. (Lukas 6:12-16)
Deze overdenking is naar aanleiding van een reactie op de vorige overdenking. De reactie op de vorige overdenking was dat men het had geprobeerd maar er niet veel mee was opgeschoten, het was eigenlijk alleen maar vermoeiend geweest en had het negatieve gevolgen.
Bij het horen van een burnout bij een dominee, of een zendeling die terugkomt met psychische problemen, moet dat ons aan het denken zetten. Als er één iemand is die met een burnout aan het kruis zou hebben moeten hangen, dan is het Jezus geweest. Hij had het zwaar, Hij had het moeilijk, maar Hij wist dat Hij in de wil van de Vader was. Zijn kracht kwam voort uit de persoonlijke wandel die Hij heeft met de Vader. Niet voor niets riep Hij het uit aan het kruis: ‘Mijn God, Mijn God, waarom heeft U Mij verlaten.’
In dit gedeelte gaat het er niet om dat wij de hele nacht proberen wakker te blijven en aan een stuk door proberen te bidden. Het is geen offer om God te bewegen iets voor ons te doen. We moeten hier ons iets anders voorstellen. Jezus was daar niet op de berg om aan een stuk door te praten en maar te hopen dat de Vader luistert. Jezus was daar in gesprek met de Vader, dat is gebed voor Jezus een gesprek met God.
Denk aan de verheerlijking op de berg, het is het enige moment dat de discipelen er bij waren. Maar al die andere momenten dat Jezus alleen de berg op ging, zou het zoveel anders zijn geweest? Hier komt Jezus naar beneden met een lijst van discipelen en dat zijn geen impressies die Hij gekregen heeft op de berg, anders had Judas nooit in dat rijtje gestaan. Elk van deze discipelen stonden op het lijstje van de Vader.
Laten we het ons zo voorstellen, de Vader die tot Zijn Zoon spreekt: ‘Jezus, Mijn Zoon, vandaag wil Ik dat Je 12 discipelen kiest, 12 mannen van al die honderden mensen die Jouw nu volgen. En maak ze discipelen, apostelen, want Ik heb grootse plannen met hen allemaal. Met Petrus en Andreas, Johannes en Jakobus, Fillipus, Bartholomeus, Mattheus, Thomas, die andere Jakobus, Simon en die ene Judas. En ja, ook Judas Iscariot, Ik weet dat Hij Je zal verraden, maar het moet zo zijn, ook hij moet nu Jouw discipel zijn.’
En dan wordt deze nacht op deze berg geen last meer. En dat is ook wat Jezus ons heeft gezegd, neem mijn juk op je, want die is licht. We moeten als voorganger of zendeling geen burnout krijgen, want dan zijn we niet de last van Jezus aan het dragen, maar een last die we onszelf geven of die de mensen op ons leggen.
Dit gedeelte is een les, waarin we leren dat we werkelijk in afhankelijkheid van de Vader leven. Of we dat nu op de berg doen (Jezus had geen andere plek om te gaan) of in onze binnenkamer. Het gaat er om dat we onszelf afzonderen en in Gods aanwezigheid komen om zo werkelijk te kunnen verlangen naar Zijn woorden voor ons.