27 En dit is het verbond van Mij met hen, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen. 28 Zij zijn weliswaar wat het Evangelie betreft vijanden vanwege u, maar wat de verkiezing betreft geliefden vanwege de vaderen. 29 Want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk. 30 Zoals ook u immers voorheen God ongehoorzaam was, maar nu ontferming verkregen hebt door hun ongehoorzaamheid, (Romeinen 11:27-30)
Zeker in die tijd waren het de joden die het hardst vechten tegen de groei van het Christendom. Ze zagen het als een aanval op hun religie, wat ook niet onlogisch is. Het is Jezus die onder hen geboren was en hen als eerste aansprak voor het nieuwe dat God aan het doen was. Jezus wilde niet een nieuwe religie beginnen, Hij wilde het plan dat God met de joden (het jodendom) was begonnen verder uitbreiden.
Zij waren degenen die het hardst vechten, maar zij zijn nu ook degenen die onze geliefden zijn vanwege de gemeenschappelijke vaderen. En hier komt ook de voorliefde voor het volk Israël uit voort. Een voorliefde waarin wij in gebed voor de verlossing van dit volk bidden. Zij zijn namelijk onze broeders en zusters in God de Vader. Zij horen ook bij ons en God is nog steeds vol van passie voor dit volk.
Als we kijken naar de positie van het volk Israël vandaag de dag, dan is dat alleen maar een bevestiging van wat God met Zijn oogappel aan het doen is. Er is geen volk dat zoveel in het nieuws is, er is geen volk van wie de geschiedenis zo sterk de wereld heeft beïnvloed. Er is geen volk dat zo wonderlijk door de geschiedenis is gegaan. Daar moet wat aan de hand zijn.
Als het Gods hand niet was, dan zou het allang van de kaart geveegd zijn, maar God is trouw. Want de tijd komt er nog aan dat ook dit volk zal erkennen dat Jezus uit hen geboren is als werkelijk de Zoon van God.
En het eerste wat wij daarin moeten doen is bidden voor dit volk. Niet langer vallen ze de christenen meer lastig, maar dat betekent niet dat het voorbij is. Nog steeds moeten wij voor God komen en bidden voor Zijn volk. Net als Daniel bidden dat God Zijn beloften niet vergeet en Zich weer ontfermt over Zijn oogappel.