16 En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is. 17 Nu ben ik het echter niet meer die dit teweegbrengt, maar de zonde die in mij woont. 18 Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont. Immers, het willen is er bij mij wel, maar het goede teweegbrengen, dat vind ik niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. 20 Als ik nu dat doe wat ik niet wil, breng ík dat niet meer teweeg, maar de zonde die in mij woont. (Romeinen 7:16-20)
Zoals in de vorige overdenking beschreven is dit niet het probleem van een christen. Dit is het probleem van een mens die het goede wil doen maar het vlees niet kan loslaten. Dit probleem is de zonde die in ons leeft en altijd maar het slechte wil doen. En zolang die zonde, dit vlees, in ons leeft zullen wij altijd de verkeerde kant op gaan ook al willen we de goede kant op gaan.
We zijn een slaaf van de zonde zolang wij er niet voor sterven. En dat is de boodschap van Paulus. Er is geen excuus. Ook is het niet Gods verlangen dat we doorgaan met deze strijd, dat kunnen we lezen als we hoofdstuk 8 gaan lezen. Gods verlangen is niet dat we ons hele leven in deze lastige positie zitten. Gods verlangen voor ons leven is dat we met Jezus sterven aan het kruis zodat dit vlees, deze zonde met Jezus sterft en wij met Jezus in een nieuw leven opstaan.
We hebben de verkeerde conclusie getrokken bij deze tekst, een conclusie die ons niet laat sterven voor de zonden. De enige juiste conclusie die we moeten trekken is dat we moeten erkennen dat het vlees in ons woont en we er nooit controle over kunnen krijgen. Altijd zal dat gevecht blijven, we kunnen het niet uitroeien. Wat we wel kunnen doen is er voor sterven en het nieuwe leven beginnen dat God ons wil geven door de Heilige Geest.
Er zijn geen mensen goed genoeg die zich uit zichzelf kunnen redden, dit kwaad kan niet uitgeroeid worden in eigen kracht. En hoe deprimerend dit ook mag klinken we moeten het accepteren. We moeten het erkennen, er is in ons niets sterk genoeg om ook maar een beetje krachtig te zijn tegen het vlees. Niets, en dat is de juiste conclusie. Misschien geen leuke conclusie omdat we dan niets hebben om trots op te zijn, maar dat is ook niet het doel van het leven.
De conclusie is dat we een probleem hebben dat we niet zelf kunnen oplossen. En zo moeten we de strijd aangaan tegen het vlees, zo moeten we naar God toegaan voor deze redding. Laten we het serieus nemen en niet afdoen als een eeuwig probleem. Het vlees hoeft niet voor altijd een probleem zijn in ons leven.