“1 Saul maakte aan zijn hovelingen en zijn zoon Jonatan bekend dat hij Davids dood wenste. Maar Jonatan, die zeer op David gesteld was, 2 waarschuwde hem: ‘Mijn vader Saul is van plan je te doden. Wees op je hoede morgenochtend, houd je schuil en blijf waar je bent.” (1 Samuel 19:1,2)
David was nu volledig uit de gratie van Saul, Saul was jaloers dat God met David was en daarom wil hij hem uit de weg. En dit ook is het denken van de wereld, het is het hart van de duivel. En zo zit de wereld in elkaar alles wat ons tegen staat omdat het ons belemmerd in onze trots moet uit de weg. Laat de wereld niet in ons leven, laat dit niet ons hart zijn.
Jonathan was erg op David gesteld en wilde hem graag helpen, hij is tenslotte de zoon van de koning. En ik denk ook dat Saul ook echt wel van Jonathan houdt. En Jonathan gebruikt dat om Saul’s gedachten om te vormen.
Hij spreekt tot zijn vader om David niets te doen. Jonathan wijst zijn vader op alles wat David voor hem gedaan heeft. En Saul is overtuigd, voor even. Want als we een paar versen verder lezen dan zien we dat Saul David aan de muur wil spiezen.
“10 Weer probeerde hij David met zijn speer aan de muur te spiesen, maar weer kon David hem ontwijken en boorde de speer zich in de muur. David vluchtte weg en zocht nog diezelfde nacht een veilig heenkomen.” (1 Samuel 19:10)
Maar nu wil ik het even omgooien, dit hele verhaal is een gedachte die uit de wereld komt. Jonathan wil David wel even helpen in het menselijke hij komt David te hulp. Jonathan mag David wel en wil zijn politieke connecties wel even gebruiken om het voor David wat beter te maken. En ook de argumentatie die hij naar Saul gebruikt zijn menselijke argumenten. David was toch goed voor u?
Hier is Gods leiding ver te zoeken, dit is een werelds persoon die een geestelijk persoon wil helpen. Maar het zal altijd op niets uitlopen, het is leeg het is gebaseerd op wereldse argumenten. De psalmist van Psalm 146 beschrijft het ook.
Mensen kunnen erg goed willend zijn en ons willen helpen, maar we moeten realiseren hoe mooi het er ook uitziet zij zijn onze hulp niet. Zij kunnen niets, het is alleen God die ons kan helpen, het is alleen God die onze hulp. Hoe goed bedoeld het ook kan zijn het is altijd leeg en menselijk.
Maar bij God kunnen we altijd terecht, en Hij heeft altijd redding, Hij is machtig en vol van liefde. Laten we daarom onze ogen niet richten op mensen om ons heen, maar ga in de eerste plaats naar God toe, verwacht het van Hem die ons geschapen heeft. Hij heeft ons lief en Hij wil ons bevrijden en redden in nood.