20 Dit opschrift dan lazen velen van de Joden, want de plaats waar Jezus gekruisigd werd, was dicht bij de stad; en het was geschreven in het Hebreeuws, in het Grieks en in het Latijn. 21 De overpriesters van de Joden dan zeiden tegen Pilatus: Schrijf niet: De Koning van de Joden, maar dat Hij gezegd heeft: Ik ben de Koning van de Joden. 22 Pilatus antwoordde: Wat ik geschreven heb, heb ik geschreven. (Johannes 19:20-22)
Het feit is dat daar Jezus hangt als een crimineel met een bordje waarop Zijn misdaad staat. Jezus, de Koning der Joden.
Jezus mag niet de Koning der koningen zijn, Hij mag niet de Heer der heren zijn. Jezus wordt niet getolereerd in ons koninkrijk die wij hier hebben. Het is zelfs niet getolereerd dat het wordt geschreven op een bordje dat ook hing aan het kruis. Elke herinnering aan Jezus als de Zoon van God moet uit de weg worden geruimd.
Ook als we het laatste bijbelboek lezen dan zien we daarin de confrontatie tussen God aan de ene kant en de wereld, die van de wijs is gebracht door de duivel, aan de andere kant. De wereld zal God zelfs vervloeken als ze duidelijk zien wat voor straf Hij over de wereld uitgiet.
21 En grote hagelstenen, elk ongeveer een talentpond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. Maar de mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel, want de plaag van de hagel was zeer groot. (Openbaring 16:21)
Soms denken we dat we te maken hebben met een zielige wereld die Jezus maar niet kan vinden. Maar helaas hebben we te maken met een wereld die hun zonden liever heeft dan hun Schepper. Mensen willen hun zonden niet erkennen en alles wat hen er mee confronteert moet uit de weg worden geruimd.
We kunnen nooit alleen de joden de schuld geven. Het iedereen in deze wereld die zijn zonden liever heeft dan de liefde van God. Een ieder die Jezus niet als hun Koning wil, leeft in de duisternis. Maar Jezus hangt daar, omdat Zijn liefde niet ophoudt, Zijn armen staan wijd open. Is Hij ook onze koning?