12 Van toen af probeerde Pilatus Hem los te laten, maar de Joden schreeuwden: Als u Deze loslaat, bent u niet de vriend van de keizer; iedereen die zichzelf koning maakt, verzet zich tegen de keizer. 13 Toen Pilatus dan deze woorden gehoord had, bracht hij Jezus naar buiten en ging op de rechterstoel zitten, op de plaats die Lithostrotos genoemd wordt, en in het Hebreeuws Gabbatha. 14 En het was de voorbereiding van het Pascha, ongeveer het zesde uur; en hij zei tegen de Joden: Zie, uw Koning! 15 Maar zij schreeuwden: Weg met Hem, weg met Hem, kruisig Hem! Pilatus zei tegen hen: Moet ik uw Koning kruisigen? De overpriesters antwoordden: Wij hebben geen koning dan de keizer. 16 Toen leverde hij Hem dan aan hen over om gekruisigd te worden. En zij namen Jezus mee en leidden Hem weg. (Johannes 19:12-16)
In dit gedeelte komt Jezus helemaal niet meer aan het woord. Het zijn de Joden en Pilatus die over Jezus bakkeleien. Pilatus is er van overtuigd dat Jezus echt de koning der joden is en wil er alles aan doen om te voorkomen dat Jezus wordt gekruisigd. De Joden zijn zover dat ze alles voor de dood van Jezus over hebben.
Het is duidelijk een politiek spelletje geworden. Pilatus zit vast in zijn politieke positie. Hij moet trouw blijven aan de mensen die boven hem zitten en die mensen die hier voor hem staan kunnen er alles aan doen om daar iets aan te doen. Het lijkt wel of zij meer trouw zijn aan de Keizer dan Pilatus zelf.
Het is zo intens, maar toch is Jezus degene die alles in Zijn handen heeft. In welke bochten de Joden zich ook wringen om het voor elkaar te krijgen, Jezus heeft alles in Zijn hand. Dit is wel het moment waarop blijkt uit wat voor hout de geestelijke leiders zijn gesneden.
Jezus die daar staat als Pascha Lam gegeven door de Vader als een offer voor al onze zonden. Jezus die als het Pascha Lam ter slachting wordt geleidt, zou Hij nou niet juist de Koning zijn. Een grotere koning bestaat er niet, een koning die Zich door Zijn eigen mensen aan het kruis laat nagelen om hen te redden. Hij is werkelijk de Koning der Joden.