67 Jezus dan zei tegen de twaalf: Wilt u ook niet weggaan? 68 Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, naar wie zullen wij heengaan? U hebt woorden van eeuwig leven. 69 En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God. 70 Jezus antwoordde hun: Heb Ik u, de twaalf, niet uitgekozen? En een van u is een duivel. 71 En Hij doelde op Judas Iskariot, de zoon van Simon, want die zou Hem verraden, een van de twaalf. (Johannes 6:67-71)
Jezus had veel discipelen, maar er waren twaalf discipelen speciaal voor Hem. Veel discipelen waren Jezus gaan volgen nadat Hij zoveel wonderen en tekenen had gedaan. Maar de meeste van die discipelen hebben Jezus nu verlaten nadat Hij zo duidelijk was geweest over Zijn doel hier op aarde. Ze wilden wel graag de vruchten van het werk van Jezus maar niet de lasten.
Dan keert Jezus zich naar de twaalf discipelen om hen te testen. Hij vraagt ze of ze ook niet weg zouden willen gaan. Maar Petrus geeft dit antwoord: ‘Er is geen andere weg dan U, waarom zouden we dan ergens anders gaan zoeken.’ Petrus beoordeeld niet de woorden van Jezus, hij weet alleen zeker dat Jezus de Messias is die hij wil volgen. Petrus wil God lief hebben en dat is Jezus volgen in alles.
En dat moet ons hart zijn. Het moet ons in de eerste plaats niet gaan om theologie of kerkgenootschap, maar om God lief te hebben met alles in ons leven. Gods plan is Zijn plan, dat bepalen wij niet, wij bepalen alleen dat we Hem lief hebben. Wij hoeven geen aandacht te besteden aan de keuzes die God maakt, alles wij hoeven te doen is vertrouwen dat God de juiste weg gaat. En dat is wat de discipelen hier doen.
Het verschil tussen de twaalf discipelen en de andere discipelen is dit, dat Jezus hen gekozen heeft om Zijn discipel te zijn. Jezus zal ons vinden als wij verlangen naar Hem als een Nathanael onder de vijgenboom. Zoek niet naar de vruchten van een geloof, maar zoek de God in Wie we mogen geloven. Dan zullen we net als Petrus kunnen getuigen van Jezus zonder afgeleid te worden van een moeilijke boodschap.