64 Maar er zijn sommigen onder u die niet geloven. (Want Jezus wist van het begin af wie het waren die niet geloofden, en wie het was die Hem zou verraden.) 65 En Hij zei: Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij komen kan, tenzij het hem door Mijn Vader gegeven is. 66 Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug en gingen niet meer met Hem mee. (Johannes 6:64-66)
Het verschil zit hem niet in onze situatie of intelligentie, het zit hem in onze trots ofwel nederigheid. Trots zit ons geloof in de weg. Als we werkelijk willen vertrouwen op God dan moeten we nederig zijn. Onze eigen wil en denken opzij kunnen zetten en ons hele leven in de hand van de Vader durven te leggen.
Er zijn veel mensen die Jezus volgen, allemaal hebben ze hun eigen motieven en niet allemaal geloven ze werkelijk. Er is zelfs een discipel die Hem volgt en Hem zal verraden. En voor Jezus is dit al duidelijk, Hij weet wie Hem werkelijk wil volgen en wie Hem volgt met eigen motieven. Hij verlangt naar discipelen die nederig zijn en verlangen om God werkelijk te dienen.
Want dat is de enige manier om in de waarheid te leven, als wij met een eerlijk hart nederig voor God durven te komen. Want dan zetten we onszelf in een positie waarin we volgens Zijn regels willen leven en niet volgens onze eigen regels. Dan is het de Vader die ons bij Jezus brengt zodat we Hem echt kunnen volgen.
En daarom doet Jezus deze uitspraken in dit hoofdstuk. Jezus probeert de grens duidelijk te maken voor de mensen, alleen als je echt gelooft zul je tot mij kunnen komen. Veel mensen wilden Jezus wel graag volgen omdat het hen goed uit kwam. Jezus verlangt naar mensen die Hem volgen omdat ze God willen dienen in hun leven.
De mensen kunnen deze woorden van Jezus niet aan, ze zijn gekwetst in hun trots. Ze kunnen niet begrijpen wat de Vader nu werkelijk verlangt, want hun trots zit in de weg. Ze zijn toch joden, ze proberen toch een goed religieus leven te leiden? Daarom is dit het moment dat ze Jezus gedag zeggen, dit gaat hun te ver, ze moeten teveel opgeven.
Als je Jezus echt wil volgen, moet je eerlijk en oprecht zijn in je verlangen naar het dienen van de Vader. Je moet bereidt zijn om alles opzij te zetten voor God. Nederig voor Zijn troon durven te komen om alles te geven.