10 Ik zeg tegen God:
Mijn rots, waarom vergeet U mij?
Waarom ga ik in het zwart gehuld,
door de onderdrukking van de vijand?
11 Met een doodsteek in mijn beenderen
honen mijn tegenstanders mij,
omdat zij de hele dag tegen mij zeggen:
Waar is uw God?
12 Wat buigt u zich neer, mijn ziel,
en wat bent u onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem weer loven;
Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God. (Psalm 42:10-12)
We gaan allemaal door moeilijke tijden en juist in die tijden moeten we op God gericht zijn en blijven. We mogen best een beetje hard zijn voor onszelf. Elke keer die zelfmedelijden het maakt ons zwakke mensen, zwak in geloof. Want zelfmedelijden maakt onze positie en onze emoties belangrijker dan ze in werkelijkheid zijn.
Ja we mogen die vragen stellen, we mogen God vragen waarom het niet goed gaat. Er is helemaal verkeerds aan om die vragen te stellen, maar het gaat fout als het klagen wordt. Als die vragen het lied van ons leven wordt. Want dan is het niet langer een werkelijk verlangen naar God, maar dan is het zelfmedelijden.
Hoop op God en die hoop roept het uit naar God en klaagt niet naar de buren. De hoop op God blijft ver weg van zelfmedelijden en zoekt Gods verlossing. Hoop op God strijd tegen het vast zitten in onze eigen wanhoop en zoekt de hoop die God wil geven.
Wat buigt u neer mijn ziel, hoop op God. De rampspoed is echt, de doodsteek is echt, maar Gods verlossing is altijd groter en sterker. Hij is de hoop waar we op gericht mogen blijven, bij Hem mogen we komen met onze wanhoop om weer hoop te krijgen.
Ja, je problemen zijn echt, maar zwelgen in die problemen lost niets op. Mijn ziel, wees niet bedroefd, hoop in God alleen.