1 Een psalm van David.
HEERE, wie zal verblijven in Uw tent?
Wie zal wonen op Uw heilige berg?
2 Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent,
die met zijn hart de waarheid spreekt. (Psalm 15:1-2)
Als christen moet dit ons hart raken, het moet echt een belangrijke vraag worden in ons leven. Ten eerste is het deze vraag die een verlangen laat zien. Hoe kan ik wonen op Gods heilige berg? Dat we de intensiteit van deze vraag mogen begrijpen in ons hart. We willen met God zijn, we willen dicht bij Hem zijn. Dit gaat dieper dan een ticket naar de hemel krijgen, het is een verlangen naar een relatie met God.
Wie mag er bij God komen, wie mag er op Zijn heilige berg wonen? Al die vragen over of er wel een god is, of we wel of niet op zondag naar een concert mogen gaan, ze verbleken bij deze ene vraag. Het geloof krijgt hierdoor zoveel diepgang dat al die oppervlakkige theologische discussies er niet meer toe doen. We willen bij God zijn, we willen met Hem wonen.
Dit is niet zomaar even op visite gaan op zondagmorgen, dit is niet het blokje christendom aankruisen bij onze religie, dit is actief op zoek gaan naar de plek waarin we met Hem kunnen wandelen. Dat we zoeken naar de plek in ons leven waar er niets meer tussen God en ons instaat. Is dat jouw verlangen?
Want David weet dat de mens die met een oprecht hart verlangt er mag komen, mensen die niet verlangen naar leugens, maar naar de waarheid. Mensen die hun hoop hebben op de God van hemel en aarde. Mensen die verlangen naar Zijn normen en waarden. Dat wij dit hart mogen hebben, dat wij dit verlangen hebben. Al het andere van ons afwerpen, even niet zoeken naar erkenning in deze wereld, maar zoeken naar alles in God.
Wat een heerlijke vraag stelt David hier, een vraag die er werkelijk toe doet. Een vraag die ons leven zal stempelen en bepalen. Wie mag er bij God komen, wie mag er bij Hem wonen? Mag jij?