Onzekerheid

Handelingen 17

26 En Hij maakte uit één bloed heel het menselijke geslacht om op heel de aardbodem te wonen; en Hij heeft de hun van tevoren toegemeten tijden bepaald, en de grenzen van hun woongebied, 27 opdat zij de Heere zouden zoeken, of zij Hem misschien al tastend zouden mogen vinden, hoewel Hij niet ver is van ieder van ons. 28 Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij; zoals ook enkele van uw dichters gezegd hebben: Want wij zijn ook van Zijn geslacht. 29 Wij nu, die van Gods geslacht zijn, moeten niet denken dat de Godheid gelijk is aan goud, zilver of steen, een product van de kunstzinnigheid en gedachten van een mens. (Handelingen 17:26-29)

Het punt dat Paulus hier maakt is er een die een filosofische dreun geeft. Want als we heel logisch nadenken hoe zouden we van iets/iemand die superieur is aan ons een beeld kunnen maken? Wij zijn door Hem geschapen hoe kunnen we Hem dan verlagen tot een beeld van goud of zilver, een product van onze eigen kunstzinnigheid.

Alles over God wat een product is van ons eigen kunstzinnig denken verlaagd God, het is God in onze eigen broekzak stoppen. En daar zijn we in elke religie mee bezig, ook in het christendom. We proberen er iets tastbaars van te maken zodat we het elk moment van de dag van onszelf kunnen maken.

Er is een onbegrepen verlangen om altijd maar controle te houden over ons leven. Overal proberen we onszelf in te dekken zodat we maar niet voor verrassingen komen te staan. En daar waar het niet mogelijk is verzinnen we een god. Dat wij weinig onzekerheid hebben heeft tot gevolg dat we dus die god helemaal niet meer nodig schijnen hebben. Maar wat als alles wegvalt, wat als we geen enkele zekerheid meer hebben?

Wij moeten weten dat wij schepselen zijn uit Zijn hand. Wij leven uit Hem, wij hebben ons bestaan uit Hem. Daarom kunnen we er geen spelletje van maken en zeker geen filosofie. Hij is onze God en van Hem moeten we afhankelijk zijn en dan hebben we dezelfde polis als David, God is mijn rots, op Hem alleen vertrouw ik.

Dan maakt het niet meer uit wat voor theorieën er in onze gemeente de ronde doen, dan is het enige wat belangrijk is, God zelf. De God die Zich niet laat inpakken door mooie woorden, de God die Zich niet laat beperken door onze theologie. Hij staat boven alles, boven elke denominatie, boven elke vorm van religie. Hij is God en wij Zijn wonderlijke schepping. Daarom is er geen veiligere plek dan Zijn handen.

This entry was posted in 44 Handelingen. Bookmark the permalink.