2 en Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine munten daarin werpen. 3 En Hij zei: Werkelijk, Ik zeg u dat deze arme weduwe er meer dan allen in geworpen heeft. 4 Want die allen hebben van hun overvloed daarin geworpen als offergave aan God, maar zij heeft van haar armoede alles wat ze voor haar levensonderhoud had, daarin geworpen. (Lukas 21:2-4)
In de vorige overdenking is bij deze verzen vooral gekeken naar de manier waarop God naar ons kijkt. God ziet de verborgen offers die mensen geven. God kijkt daar waar wij mensen niet kijken. In deze overdenking willen we kijken naar onze verantwoordelijkheid.
Want waarom zou deze arme weduwe nu het laatste wat ze nog had, geven aan God? Is dit wat God van ons vraagt? Ze is een weduwe wat in die tijd betekende dat ze afhankelijk is van andere mensen. Wij Nederlanders zouden tegen haar zeggen dat God ons wijsheid heeft gegeven en we daarom niet zomaar alles moeten weggeven. Maar dat is in ieder geval niet wat Jezus over deze weduwe zegt.
Het is alsof Jezus deze weduwe prijst voor het echte offer dat zij heeft gegeven. Zij heeft niet uit overvloed gegeven, maar zij heeft het laatste gegeven wat ze nog had. Zij moest hiervan eten en nu geeft ze het aan God. Dit kunnen we werkelijk een offer noemen, ze zet God werkelijk op de eerste plek, dit is echte devotie naar God.
Kennen wij dit soort devotie? Zijn wij bereidt om werkelijk offers te brengen aan onze God en Vader? Soms is het God die het van ons vraagt zoals Hij aan Abraham vroeg om Izak te offeren. Maar veelal is het niet iets wat God van ons vraagt en doen we het omdat we het uit liefde voor Hem willen doen. Maar dan komen daar onze religieuze gedachten die dan beredeneren dat wij toch helemaal niets aan God kunnen geven. En dat klopt.
Wat zou er met die twee muntjes gedaan kunnen worden in de tempel? En toch had deze vrouw meer gegeven in Gods ogen dan al die rijken bij elkaar. Het gaat niet om wat wij geven, het gaat er om dat wij het geven. Het gaat om een hart dat bereidt is om alles over te geven uit liefde voor Hem. En zo moeten wij in het leven staan, bereidt om alles te geven.
Wij kunnen weten dat deze vrouw oprecht was. Ze deed het niet om gezien te worden, ze deed het niet omdat ze nog genoeg had, er is geen enkele andere reden dan dat ze God lief had boven alles. Dit is de praktijk van de samenvatting van de wet.