1 En toen Hij opkeek, zag Hij de rijken hun gaven in de schatkist werpen, 2 en Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine munten daarin werpen. 3 En Hij zei: Werkelijk, Ik zeg u dat deze arme weduwe er meer dan allen in geworpen heeft. 4 Want die allen hebben van hun overvloed daarin geworpen als offergave aan God, maar zij heeft van haar armoede alles wat ze voor haar levensonderhoud had, daarin geworpen. (Lukas 21:1-4)
Het hart van een echte christen zal springen van vreugde bij het lezen van deze verzen. Want deze verzen zetten de werkelijkheid in een juist perspectief en het zal ons bemoedigen in dat wat wij doen voor God.
De meeste omstanders zullen bij het zien van een grote zak geld met verbazing hebben staan kijken. Wat een opoffering van deze rijke mannen. Maar Jezus ziet het hart van een vrouw die slechts twee kleine muntjes geeft, maar niemand anders die het opvalt. En het is nog steeds een manier van denken dat ook in onze cultuur leeft.
Een voorbeeld: Er moet koffie geschonken worden na de kerkdienst, enkele vrouwen nemen deze taak op zich en niemand die er naar omkijkt. Het is niet meer dan normaal dat deze vrouwen dat doen. Maar opeens staat daar de voorganger die net heeft gepreekt met een koffiekan in zijn handen en nu wordt het opeens bijzonder. Deze daad van de voorganger wordt besproken als extreme dienstbaarheid, het karakter van de voorganger wordt gezien als echte opoffering. Maar wat is nu het verschil tussen wat de voorganger doet en de vrouwen?
Een BN’er pakt een papiertje van de vloer en het staat de volgende dag op de voorpagina, een normaal persoon doet hetzelfde en geen haan die er naar kraait. We doen precies hetzelfde.
God kijkt anders, vanuit Zijn perspectief kunnen we de werkelijkheid zien. Mensen in de gemeente die altijd trouw hun aandeel doen in het gemeentewerk zonder dat er ook maar iemand naar hen omkijkt, God ziet het. Zendelingen of missionair werkers waar we nooit van zullen horen, God ziet het. Die ene dame die trouw tienden geeft van het schamele WAO, God ziet het.
We moeten niet opgeven, we moeten niet zoeken naar erkenning in het werk dat we doen. We moeten simpel en trouw zijn, want het is God die het ziet. In Gods ogen is er geen status verschil tussen mensen, wij zijn allemaal Zijn schepselen. Het enige waar God naar kijkt, is het hart. En zo moeten wij leven, want God ziet het.