Zie een eerdere overdenking over de toorn van God: “De toorn van God”
5 En daarna zag ik, en zie, de tempel van de tent van de getuigenis in de hemel werd geopend. 6 En de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit de tempel, gekleed in smetteloos en blinkend linnen, en omgord om de borst met gouden gordels. (Openbaring 15:5,6)
Zoveel Gods liefde wordt geopenbaard in het kruis, zoveel wordt Zijn heiligheid geopenbaard in Zijn toorn. We zien hier het beeld van de tempel van de tent van de getuigenis geopend. Deze getuigenis staat tussen God en ons in, zoals de aardsvaders een altaar opwierpen als getuigenis van het verbond tussen God en hen.
God is rechtvaardig in Zijn toorn, er is een getuigenis dat staat tussen God en ons. En uit deze tempel komen de zeven engelen, gekleed heilig in smetteloos en blinkend linnen. Ze stralen de koninklijke heerschappij van God uit in hun voorkomen.
7 En een van de vier dieren gaf de zeven engelen zeven gouden schalen, gevuld met de toorn van God, Die leeft tot in alle eeuwigheid. 8 En de tempel werd vervuld met rook vanwege de heerlijkheid van God, en vanwege Zijn kracht. En niemand kon de tempel binnengaan, voordat de zeven plagen van de zeven engelen tot een einde gekomen waren. (Openbaring 15:7,8)
En deze boodschappers kregen een gouden schaal met de toorn van God. Puur en heilig. Dit is het moment dat niemand tot God kan naderen vanwege de heerlijk en kracht van God. God in al Zijn heiligheid openbaard Zich aan de wereld, en tegelijk in die openbaring weet iedereen dat men God niet kan naderen.
Bij het lezen van deze verzen wordt ons duidelijk dat Gods toorn sterk is in heiligheid. Het is puur en iedereen mag het weten en niemand zal er ook maar iets tegen in kunnen brengen. Iedereen zal moeten erkennen dat het goed is en dat God de rechtvaardige rechter is die rechtvaardig oordeeld.