10 Zij beseft niet dat ik het was die haar koren, wijn en olie gaf. Het zilver en goud waarmee ik haar verrijkte, werd besteed aan een Baälsbeeld. 11 Daarom zal ik, als het tijd is voor de oogst, mijn koren en mijn wijn terugnemen; ook mijn wol en mijn vlas, waarmee ze haar naaktheid moet bedekken, zal ik terughalen. (Hosea 2:10,11)
Deze week zag ik een cartoon waarvan ik verwacht dat hij getekend is door iemand die niet christen is. Maar ondanks dat denk ik dat deze man/vrouw helemaal niet ver van de waarheid zit. Hij/zij bedoelde het misschien grappig, maar voor mij zie ik een duidelijke boodschap die overeenkomt met die van het gedeelte in Hosea 2.
De wereld heeft zichzelf op een voetstuk gezet. Het probeert alles in de hand te houden en alles naar eigen hand te zetten. Wij zien onszelf als superieur en wij hebben het voor het zeggen. Daarbij zijn we volledig vergeten wie God nu eigenlijk is en wat Zijn verlangen is. We leven zonder Hem.
Maar het is nog altijd God die regeert, Hij zorgt nog steeds voor ons, Hij heeft de wereld nog steeds in zijn handen. En hoe wij ook proberen ons los te rukken als een opstandige puber Hij zal altijd naar ons blijven roepen om ons weer dicht bij zijn hart te krijgen.
Want het is God die voorziet, het is God die zorgt. En als wij ons daaraan willen onttrekken krijgen we de situatie dat Hij soms Zijn handen afhoudt. En dan gaat het fout. En nu zie ik het feit dat God Zich soms terugtrekt als een liefde die Hij voor ons heeft. En dat legt Hij in dit gedeelte uit aan Israel maar ook aan ons.
16 Daarom zal ik haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken. 17 Daar zal ik haar wijngaarden aan haar teruggeven, het Achordal maak ik tot een poort van hoop. En zij zal mijn liefde beantwoorden als in de tijd van haar jeugd, als op de dag dat ze wegtrok uit Egypte. (Hosea 2:16,17)
Want nadat God alles heeft weggehaald, wil Hij ons weghalen van alle afleidingen van deze wereld en ons weer voor Zichzelf houden en zegenen. Hij wil voor ons zorgen, Hij verlangt er naar om onze Vader te zijn.