1 Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. (Kolossenzen 3:1)
Paulus heeft het helemaal in zijn hoofd zitten het evangelie dat God hem heeft geopenbaard. Dit is het evangelie dat volgt op het oude testament. Het evangelie dat door het bloed van Jezus is bewerkstelligd. En als Paulus er dan over praat, dan is hij er zo vol van dat hij op alle mogelijke manieren wil uitleggen.
Het is de werkelijkheid van het nieuwe leven in poezie. En met poezie bedoel ik niet een gedichtje, ik bedoel dat het rijmt, dat het loopt, dat de woorden een diepe betekenis dragen. Paulus probeert met zoveel woorden duidelijk te maken wat de redding van Jezus inhoudt.
Als we uit het oude leven zijn opgestaan in het nieuwe leven, dan richten wij ons op Jezus die aan de rechterhand van God zit. Als ik deze zin lees dan zie ik het voor me, onze harten (ogen) gericht op de troon waar Jezus regeerd, het nieuwe koninkrijk waar onze gedachten vol van zijn. En het oude leven dat we al vergeten hebben achter gelaten. Het is compleet, het antwoord op onze vragen.
2 Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. 3 U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. (Kolossenzen 3:2,3)
Paulus roept ons op te vergeten wat achter ons ligt, maar ons te richten op het nieuwe leven dat met Jezus in God is verborgen. Kijk nu eens waar we zijn (of waar we horen te zijn) we zijn verborgen in God. Maar Paulus roept ons niet voor niets op om ons hart juist te richten op wat boven is. Want velen van ons leeft nog in het onpoetische leven van alle dag.
We zijn van ons stuk te brengen door tegenslagen, we laten ons leiden door het nieuws van alle dag maar vergeten waar we ons NU al bevinden. In de geborgenheid van God door Jezus die ons lief heeft.
4 En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen. (Kolossenzen 3:4)
En daar moeten we ons hart op richten, de heerlijkheid van God, de luister die zal worden geopenbaard. Richten wij ons op Hem?