In de laatste overdenking had ik het over Jezus als de Zoon van David. God had David belooft dat zijn nakomelingen voor altijd op de troon zullen zitten. En dat is werkelijkheid geworden in Jezus. Deze belofte van God kwam na een speciaal moment.
1 Toen de koning zijn intrek had genomen in het paleis en de HEER hem rust had gegeven door hem van al zijn vijanden te verlossen, 2 zei de koning tegen de profeet Natan: ‘Kijk nu toch! Ik woon in een paleis van cederhout, terwijl de ark van God in een tent staat.’ (2 Samuel 7:1-2)
Ten eerste zien we David in een periode van rust komen. Tot dan was zijn leven als een achtbaan geweest. Dan weer hier en dan weer daar en nooit zekerheid dan die van God alleen. Maar nu was David koning en God heeft hem rust gegeven van de vijanden. Vaak is het ons gebed dat we rust krijgen, maar als we dan de rust wonen dan gaan we rare dingen doen.
Maar David niet, hij is in de rust door God gegeven en hij denkt na over God. Hij denkt na over zijn Vader in de hemel. Hij ziet zijn eigen paleis, zijn eigen leven en alles wat God hem gegeven heeft. En dan ziet hij de schamele woning van God en hij begint zich daar zorgen over te maken.
David verlangt er naar om iets voor God te doen. En er komt een verlangen in hem om voor God een huis te bouwen. Een mooi verlangen, een nobel en religieus plan. En het is niet zo raar dat Nathan op eigen titel direct zegt dat het wel goed is. Maar in de nacht spreekt God tot Nathan.
8 Welnu, zeg tegen mijn dienaar, tegen David: “Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik heb je achter de kudde vandaan gehaald om mijn volk Israël te leiden. 9 Ik heb je bijgestaan in alles wat je ondernam, ik heb al je vijanden voor je uitgeschakeld en ik heb je naam gevestigd als een van de groten der aarde. (2 Samuel 7:8,9)
God alleen is degene die Zijn volk leidt, God alleen heeft David aangesteld om koning te zijn. God alleen is het die in David werkt om Zijn liefde voor Israel te openbaren. En omdat het God alleen is en alles in Zijn kracht is, is het idee van David eigenlijk een stap te ver. Maar God laat David zijn dat Hij van hem houdt en dat Hij er voor zal zorgen dat de tempel er toch komt. Maar God gaat nog een stap verder en belooft David dat zijn nakomelingen voor eeuwig op de troon zullen zitten.
Wij hebben vaak zulke mooie ideeen voor activiteiten voor God. Wij willen zo graag iets doen voor God. Maar beseffen we eigenlijk wel wie we zijn? We zijn Zijn kinderen, wij zijn door Hem geschapen en Hij wil zoveel voor ons, Hij wil ons liefhebben. Daarom is het beter dat we eerst zoeken naar de plaats waarin God ons wil hebben.
Hij verlangt er naar om in ons leven God te zijn. En als wij simpel gewoon Zijn kinderen zijn, zal Hij ons leiden en brengen in de perfecte plaats voor ons leven. Kunnen wij afhankelijk zijn van God, of willen wij het allemaal zelf in handen hebben. Mag God bepalen in je leven welke koers je vaart of wil jij de kapitein zijn van je leven?