13 Hij zal een huis bouwen voor mijn naam, en ik zal ervoor zorgen dat zijn troon nooit wankelt. 14 Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor mij een zoon: als hij zondigt, zal ik hem kastijden met stok- en zweepslagen, zoals een vader doet, 15 maar hij zal nooit bij mij uit de gunst raken zoals Saul, die ik verstootte omwille van jou. 16 Jou stel ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen. (2 Samuel 7:13-16)
Het is kerst een dag waarin we herdenken dat God Jezus naar de aarde zond. Een dag van blijdschap, waarin we ons de verhalen van het begin van Jezus’ tijd hier op aarde weer voor de geest halen. Elk jaar weer.
De eerste zin van het book Matheus laat gelijk zien dat Jezus in verband gebracht met David. David de man die we de afgelopen tijd hebben besproken, een man die koning zou worden van het volk van God. Een man naar Gods hart. En David was belooft dat zijn nageslacht voor eeuwig koning zal zijn. Ook later in de profeten wordt deze belofte meerdere keren bevestigd.
David was een man naar Gods hart omdat hij niet koning wilde worden om het koning zijn. Hij wil de koning worden om als een herder het volk te leiden in de groene weiden van God. Hij wilde het volk leiden zodat ze zouden leven tot eer van God, hij wilde dicht bij God zijn samen met zijn schapen.
En deze lijn wil ik doortrekken. Want dit is wat God zag in David en waarom hij hem beloofde dat zijn nageslacht voor eeuwig op de troon zou zitten. Dit is het hart van God, een koning die leidt als een herder. En zo kwam Jezus op aarde om ons te leiden naar de Vader in de groene weiden als schapen.
Jezus kwam niet om koning te zijn, Jezus kwam om DE KONING te zijn. Een KONING die ons meeneemt en ons leidt naar de Vader. Een koning die Zijn leven geeft en zich opoffert voor Zijn mensen zodat ze veilig in de armen van kunnen leven. Dat is waar ik aan denk, als ik aan kerst denk.
God zij alle, Jezus ons HEER en KONING. Dank U Vader dat U Uw zoon naar de aarde zondt, niet om over ons heersen, maar ons naar U te brengen. Dank U Vader dat we dit weer mogen weten. Dank U.