Dit horen we misschien niet graag. Het gaat een beetje tegen onze trots in, we doen toch wel wat goed? Er zijn ook mensen die dit graag zeggen. (waarom weet ik niet.) Maar het is de waarheid, er is niets in ons dat het waard is om ook maar enige waardering te krijgen. En dat wil ik vandaag linken met geloof.
In Lukas 17 vragen de discipelen of Jezus hun geloof wil versterken. Blijkbaar hebben ze het geloof van Jezus gezien. Want ook Jezus had geloof, vertrouwen op God in de wonderen die Hij deed. Hij wist precies wat het is om geloof te hebben, omdat Hij de Vader kende en wist wat Hij mocht verlangen van de Vader.
De discipelen wilden dit ook, en vroegen er om. En het antwoord van Jezus is simpel, als je al het geloof hebt dat zo klein als een mosterd zaad dan kun je bergen verzetten. Met andere woorden het is het ongeloof dat ons afhoudt van een leven met God. Want al is er al een geloof in ons dat zo klein is als een mosterd zaad dat het nog niet eens ontkiemt is dan kunnen we al bergen verzetten.
Al is er maar een hint van geloof in ons hart, we kunnen bergen verzetten maar het is het ongeloof dat het verhinderd. En dat zie ik in de rest van het verhaal dat Jezus verteld. Want het ongeloof komt door het kijken naar onszelf, naar wat wij kunnen of niet kunnen. Maar geloof is alleen maar kijken naar wat God kan en wil.
Ons hart moet zijn als een dienstknecht dat niet waardig is voor een compliment of wat dan ook, we doen wat we moeten doen. Wij zijn simpel de schepping van God, maar Hij is God en Hij is machtig en vol van liefde. Het geloof ligt in Hem wat Hij wil doen in ons leven en in het leven van andere mensen. Het ongeloof ligt hem in het kijken naar wie wij zijn en wat er mis is met ons. Daarom heeft helemaal geen zin om te benadrukken dat we onwaardig zijn, maar moeten we ons richten op de Glorie en Goedheid van de Vader.