Dit gedeelte wordt nog wel eens aangehaald in momenten van aanbidding. “Laten we God aanbidden in Geest en Waarheid.” Het is een goede gedachten, maar niet helemaal op zijn plaats. We maken eigenlijk dezelfde fout als de vrouw maakt. God aanbidden is het eren van God voor Wie Hij is. Aanbidden betekend erkennen Wie Hij is voor ons en in de wereld. Aanbidden is een uitvloeisel van ons hart dat verteld dat God de Vader is van ons leven.
Dit kunnen we doen met woorden en gezang, en dit kunnen we overal doen. Daar zijn de meesten van ons al overheen gestapt. Het hoeft niet perse in een gebouw of iets dergelijks, het is niet plaats gebonden. De Samaritaanse vrouw leefde nog in de discussie tussen de Samaritanen en de Joden waar het moest gebeuren. En dit haalt de vrouw aan, als een afleiding om Jezus aandacht van haar weg te halen.
Maar Jezus antwoord gaat dieper dan alleen over het punt, ‘waar we kunnen aanbidden.’ Jezus spreekt over een tijd waarin het geloof zo diep geworteld is dat aanbidding een leven is. Jezus spreekt niet over het feit dat aanbidding niet meer plaats gebonden is, maar dat het te maken heeft met ons hele leven.
Aanbidden in Geest en Waarheid betekend ons leven. Ons leven verheerlijkt God, ons leven is leven in de Geest en niet meer het vlees. Want met het vlees kunnen we God niet behagen, maar in de Geest zijn we een met God. Leven we tot Zijn eer. Als we God aanbidden in Geest en waarheid betekend het dat we een leven hebben dat Hem verheerlijkt. Een leven vol van de Geest. Een leven dat geen leugen is.
Als we dan in aanbiddingsdiensten samen komen en God prijzen voor Wie Hij is, maar daarbuiten hebben we een leven in zonden. Dan aanbidden we God helemaal niet in Geest en Waarheid. Dan aanbidden we God in het vlees en in de leugen. Aanbidding is een leven hebben dat de wereld laat zien dat God ons heeft veranderd en rein heeft gemaakt. Aanbidding is niet iets met de mond, maar met het hart dat veranderd is en in de Geest leeft.
Wordt vervolgd…..