30 God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren, 31 en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan. 32 Toen zij nu over de opstanding van de doden hoorden, spotten sommigen daarmee. En anderen zeiden: Wij zullen u hierover nog wel eens horen. 33 En zo is Paulus uit hun midden weggegaan. 34 Maar sommige mannen sloten zich bij hem aan en geloofden. Onder hen was ook Dionysius de Areopagiet, en een vrouw van wie de naam Damaris was, en anderen met hen. (Handelingen 17:30-34)
Zij dienden een onbekende God, maar die tijd is voorbij. Dat is de boodschap van Paulus, we hoeven niet langer in het duister te tasten over of god nu wel of niet bestaat, welke god nu echt is of niet. In onze tijd zouden we veel hoongelach over ons heen krijgen, alsof wij zouden kunnen weten wat de waarheid is. Wetenschap dat is het ideaal, daar kunnen we de echte waarheid vinden.
Hoe kan Paulus nu zo zeker zijn? Hij heeft Jezus ontmoet, voor hem is dit een feit het is niet te ontkennen. Voor hem zou het ontkennen van Jezus hetzelfde zijn als het ontkennen van zijn eigen grote teen. Hij is er dus ook van overtuigd dat iedereen die Jezus wil accepteren Jezus ook zal ontmoeten. Deze zekerheid kunnen wij ook hebben, het is dan geen misschien-geloof, maar een zeker weten.
Als we eenmaal een ontmoeting hebben gehad met God en Zijn waarheid in ons hart is geopenbaard, kunnen we het niet meer ontkennen. De dag komt er aan dat Jezus ons werkelijk zal oordelen, Hij is door God gezonden en als bewijs uit de dood opgestaan. Hij leeft en is onze enige redding.
De mensen lachen om hem en laten Paulus weten dat ze een andere keer nog wel willen luisteren. Het is blijkbaar niet relevant voor hun leven op dat moment, sprookjes willen ze niet in geloven. Maar als we over een god praten dan moeten we toch het onmogelijke verwachten, dan gaat het toch om dingen die wij mensen niet voor elkaar kunnen krijgen?
Er zijn enkele mensen die het wel willen geloven, zij gaan op een avontuur waarin ze God meer en meer kunnen leren kennen. Iets in hen zegt dat het klopt en ze gaan de uitdaging aan. En dat is wat we allemaal nodig hebben. Het is niet zozeer dat we denken dat er een god is of niet, het gaat er om dat we de uitdaging aandurven om het zeker te weten. Dan lachen we niet om iets dat boven onze pet gaat maar durven er kritisch naar te kijken.