35 En toen het dag geworden was, stuurden de magistraten de gerechtsdienaars en zeiden: Laat die mensen los. 36 En de cipier nu berichtte deze woorden aan Paulus: De magistraten hebben het bericht gestuurd dat u losgelaten moet worden; vertrek dan nu en reis in vrede. 37 Maar Paulus zei tegen hen: Zij hebben ons, die Romeinen zijn, onveroordeeld in het openbaar gegeseld en in de gevangenis geworpen en werpen zij ons daar nu onopgemerkt uit? Zo gaat dat niet! Laten zij zelf komen en ons uitgeleide doen. 38 En de gerechtsdienaars nu berichtten deze woorden aan de magistraten; en die werden bevreesd toen zij hoorden dat zij Romeinen waren. 39 En zij kwamen smekend naar hen toe; en toen zij hen uitgeleide gedaan hadden, vroegen zij hun de stad te verlaten. 40 En nadat zij de gevangenis uitgegaan waren, gingen zij naar Lydia; en toen zij de broeders gezien hadden, bemoedigden zij hen en gingen de stad uit. (Handelingen 16:35-40)
Het nieuws was de hele stad doorgegaan en de leiders werden bang. Dit is een andere soort vrees dan de cipier had, dit is een angst voor de consequenties van hun handelen. Ze dachten dat ze de goden boos hadden gemaakt. En daarom wilden ze zo snel mogelijk dit probleem uit de weg ruimen. Deze Paulus en Silas zorgen alleen maar voor onrust met hun God.
Het verschil tussen de cipier en de magistraten is dat de cipier van God afhankelijk wilde zijn, hij wilde God oprecht dienen. De magistraten gebruikten hun goden voor hun eigen gewin, ze hadden er geen behoefte aan om zichzelf een spiegel voor te houden over hoe ze in het leven stonden. En daarom was er ook geen behoefte naar de zaligmaking die in Jezus is.
Maar ze krijgen nog een les van Paulus. Wat precies de motivatie is van deze stap die Paulus hier zet is niet echt duidelijk. Misschien wil hij proberen dat ze wel naar zichzelf gaan kijken, dat ze onredelijk waren en dat ze net als de cipier tot hetzelfde inzicht moeten komen. Het kan ook zijn dat hij een duidelijk punt wil maken dat ze niet zomaar kunnen doen wat ze willen met christenen. Hij creëert een soort bescherming voor de volgelingen in deze stad.
Het is duidelijk dat ze ook na deze waarschuwing van Paulus nog niet dezelfde vrees hebben als de cipier. Het enige wat ze doen is een nederigheid laten zien zodat ze maar van het probleem afkomen. Maar Paulus voelt zich gesterkt en blijft nog even. Hij wil vooral dat de christenen zich bemoedigd voelen. Ze moeten sterk blijven in hun geloof, wat hem ook overkomen is maakt niet uit.
En dit wordt ook duidelijk in de brieven die hij schrijft. Het geloof moet gesterkt worden, men moet groeien in de kracht van God, wat er ook gebeurd. In de 24 uur werd hij geslagen, geboeid en in de gevangenis gesmeten, in dezelfde 24 uur werden zijn wonden verzorgd, kwamen de leiders smekend terug. Het geloof moet blijven groeien, het evangelie moet doorgaan.