22 En het gerucht over hen kwam de gemeente die in Jeruzalem was, ter ore; en zij zonden Barnabas uit om het land door te gaan tot Antiochië toe. 23 En toen hij daar gekomen was en de genade van God zag, werd hij verblijd en spoorde hij hen allen aan om met een hartelijk voornemen bij de Heere te blijven. 24 Want hij was een goed man en vol van de Heilige Geest en van geloof; en er werd een grote menigte aan de Heere toegevoegd. 25 En Barnabas vertrok naar Tarsus om Saulus te zoeken; en toen hij hem gevonden had, bracht hij hem naar Antiochië. 26 En het gebeurde dat zij een heel jaar met de gemeente samenkwamen en een grote menigte onderwezen en dat de discipelen voor het eerst in Antiochië christenen genoemd werden. (Handelingen 11:22-26)
Daar wil de kerk van Jeruzalem het zijne van weten. Want het evangelie werd verkondigd aan Griekssprekenden en dat is nieuw. De meeste mensen die over het evangelie praatte gingen naar de joden toe, in elke plaats was wel een synagoge en daar moest het evangelie verkondigd worden.
Ze sturen Barnabas er op uit, hij moet de situatie beoordelen. Hij was blijkbaar een man vol van geloof en de Heilige Geest en dat was voor de leiders in Jeruzalem genoeg reden om hem voor deze taak te strikken. Het geloof van de eerste gemeente in de Heilige Geest is zo sterk dat ze er van overtuigd zijn dat een ieder die vol is van de Heilige Geest de juiste beslissing zal maken.
De Heilige Geest is het die ons wijsheid geeft, de wijsheid van God. De Heilige Geest is het die ons helpt om te wandelen in de heiligheid van God. De Heilige Geest is het die de leiding wil nemen in ons leven om zo het pad te laten zien dat God voor ons heeft. En zo gaat Barnabas op pad en de Heilige Geest in hem laat dan zien dat wat daar gebeurde, gebeurde in de genade van God. En het enige wat hij kon doen was de mensen aansporen om dicht bij de Heere te blijven.
Dit is het lichaam van Christus dat werkt zoals het moet werken. Alleen zo kan de gemeente groeien in de kracht van de Heilige Geest. Maar we moeten wel geloof hebben. We zien hier dat de leiders in Jeruzalem de controle een soort kwijtraken. Overal gebeuren er mooie wonderen waar zij niets mee te maken hebben. Maar het was Jezus die tegen de discipelen zei dat ze de man die in Jezus’ naam wonderen deed niet moesten stoppen.
Wij zijn niet degene die de kerk onder controle moeten houden. De leiders van de gemeente hebben niet de verantwoordelijkheid de gemeente heilig te houden. De enige verantwoordelijkheid die zij hebben is het luisteren naar de Heilige Geest en Zijn raad opvolgen. En daarin moeten we vertrouwen, want het is Jezus die het hoofd is van de gemeente.