27 Toen Hij aan land gegaan was, kwam een man uit de stad Hem tegemoet, die al lange tijd door demonen bezeten was. Hij had geen kleren aan en verbleef niet in een huis, maar in de grafspelonken. 28 Toen hij Jezus zag, viel hij schreeuwend voor Hem neer en zei met luide stem: Wat heb ik met U te maken, Jezus, Zoon van God de Allerhoogste? Ik bid U dat U mij niet pijnigt. 29 Want Hij had de onreine geest bevolen van de man uit te gaan. Die had hem namelijk vele malen aangegrepen, en men had hem met ketenen en met boeien gebonden om hem in bewaring te houden, maar hij verbrak de boeien en werd door de demon naar de woeste plaatsen gedreven.(Lukas 8:27-29)
Dit is wat de demonen kunnen doen. Ze kunnen iemand helemaal bezetten en de controle volledig overnemen. De demonen zijn de baas in dat lichaam en dat geeft de man ook gelijk bovennatuurlijke krachten. Er is hier een macht aan het werk waarvan wij zijn gaan geloven dat die macht alleen maar in occulte gebieden werkt, gebieden die achter lopen in ontwikkeling, waar men nog gelooft in geesten en mysterieuze verschijningen.
Dit is een extreem voorbeeld van bezeten zijn, een voorbeeld dat we ons niet zo goed kunnen voorstellen. We hebben misschien nog nooit iemand bezeten gezien. Maar het doel van de demonen is duidelijk, zij willen bepalen wat deze man doet. En dat doel is nog steeds niet veranderd, het doel van de demonen is de controle te hebben over een mens zodat zijn/haar leven niet tot eer van God is. Het doel is om het leven van de mens te vernietigen en dat is in de eerste plaats de eeuwige vernietiging.
Maar ik denk dat we ons moeten realiseren dat de demonen net zo sterk aanwezig zijn in ons veilige land als dan ze aanwezig zijn elders in de wereld. Zij willen nog steeds de mensen beïnvloeden, controle hebben over hun leven. Zij verlangen nog steeds naar de eeuwige vernietiging van de mens. En als we kijken naar deze gebeurtenis, dan moeten we het dichtbij halen. Wij moeten zien wat de strategie is van het kwaad, maar ook de geestelijke positie.
Want de positie is ondergeschikt aan Jezus, zij hebben angst voor Jezus. Want Jezus had hen al bevolen om er uit te gaan en op dat moment vergeten ze eigenlijk waar ze mee bezig zijn. Ze komen niet op Jezus afrennen om Hem ook bang te maken, maar ze komen met angst en werpen zich voor Jezus neer. Ze vragen om genade, om maar niet te worden gepijnigd.
Het zal vast de demonen wereld rond zijn gegaan. ‘Heb je het al gehoord, de Zoon van God is gekomen. En overal waar Hij komt vernietigt Hij onze macht.’ Deze demonen twijfelen geen moment, ze weten dat dit de man is die het kwaad van de wereld weg neemt. Zij weten beter dan de discipelen waar deze Mens allemaal toe in staat is. De geestelijke autoriteit overstijgt elke macht die zij genomen hebben.
Weten wij ook dat er nog steeds demonen zijn die ons leven willen bepalen? Maar zien wij ook dat wij nu als kerk van Christus in deze autoriteit horen te wandelen? Over ons eigen leven, maar ook over de levens van de mensen die naar ons toe komen om hulp?