12 Maar voor alle dingen, mijn broeders, zweer niet: niet bij de hemel, ook niet bij de aarde, en zweer ook geen enkele andere eed, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee, opdat u niet onder enig oordeel valt. (Jakobus 5:12)
Er zijn veel dingen besproken door Jakobus. We moeten volharden in vreugde onder alle omstandigheden. We moeten onze tong in bedwang houden. We moeten niet kijken naar de status van het leven hier op aarde, maar ons vernederen voor God en van Hem afhankelijk zijn. We moeten niet zoeken naar de rijkdom die we hier kunnen vergaren, maar juist de rijkdom in God.
En nu komt er in deze context deze ene regel. Boven alles moeten we niet zweren.
Als we zweren willen we iets voor elkaar krijgen. We doen beloften en daar halen we alles en nog wat bij om maar te laten zien dat we het serieus menen. Deze zin is gericht op mensen die hun eigen verlangens willen doordouwen. En het ergste is nog dat ze God daarin betrekken zonder dat ze daarin afhankelijk van Hem willen zijn.
Het gaat hier wederom om het hart. De mensen die kijken naar de status van het leven, de mensen die zoeken naar de rijkdom hier op aarde, wat hebben ze daar voor over? Sommige hebben daarvoor zelfs het oordeel van God voor over. Want dat is wat ze doen, ze betrekken God erbij om kracht te geven aan hun verlangens, maar niet om Zijn leiding in hun verlangens.
Zweren, is de macht gebruiken buiten jezelf, de autoriteit die je zelf niet bezit. En dat is gevaarlijk, want dan val je ook onder dat oordeel. Het is een ding om rijkdom te vergaren in eigen kracht, het is een stap verder om rijkdom te vergaren in de autoriteit van God, het is spelen met heilig vuur.
Boven alles, betekent hier laat dit absoluut niet de bron zijn voor jouw leven. Boven alles is het belangrijk om gewoon te zijn, wie God je geschapen heeft. Eerlijk te zijn in je woorden en te leven in afhankelijkheid van Hem. Dit moet de bron zijn van ons leven en dan zullen we vanzelf niet langer de rijkdom na jagen, of de status van dit leven.
Boven alles, betekent dat we hier eerst aan moeten werken. Span God niet voor jouw karretje, maar laat Hem jouw leven leiden, laat Hem verantwoordelijk zijn voor de weg en de daden. Boven alles is Hij het die jouw bron moet zijn en niet jouw autoriteit.