11 Maar Maria stond huilend buiten bij het graf en terwijl zij huilde, boog zij voorover in het graf, 12 en zij zag twee engelen in witte kleding zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had; 13 en die zeiden tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Zij zei tegen hen: Omdat ze mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet waar ze Hem neergelegd hebben. (Johannes 20:11-13)
Verblind door verdriet, verward door een leeg graf, staat Maria daar te huilen. Ze kijkt in het graf en ziet twee engelen. Waarschijnlijk realiseert ze zich dat later pas, anders is haar verdriet over Jezus wel heel groot, dat ze niet eens onder de indruk is van deze twee engelen.
De engelen vragen aan haar waarom ze huilt. Die vraag kunnen we op twee manieren bekijken, of gewoon de vraag waarom ze huilt, of de vraag waarom zou ze nu juist huilt als Jezus is opgestaan. Die laatste vraag spreekt mij meer aan, waarom zou je huilen als Jezus is opgestaan?
Het antwoord dat Maria geeft is voor haar de waarheid. Ze huilt omdat ze het lichaam van Jezus niet kan vinden. Zelfs nadat ze Jezus gekruisigd hebben kunnen ze Hem niet met rust laten, lijkt ze te denken.
Soms staren wij ook in een open en leeg graf, maar zien we niet wat er werkelijk aan de hand is. We klagen en huilen, we zien bergen en problemen, maar zien we niet het open en lege graf van Jezus. We moeten niet verblind raken door de leugens van deze wereld, hoe echt en relevant die ook zijn. Voor Maria was dit de enige waar die ze kende, voor ons is de ziekte of het probleem vaak de enige waarheid die we kennen.
Maar er is een andere waarheid die veel sterker en krachtiger is. De waarheid dat Jezus uit de dood is opgestaan en dat die kracht in ons woont. Als we dat zien leven we in een andere waarheid zonder dat we verblind raken door onze tranen.