5 Daarbij herinner ik mij het ongeveinsde geloof dat in u is en dat eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en in uw moeder Eunike. En ik ben ervan overtuigd dat het ook in u woont. (2 Timotheus 1:5)
In de gemeente in India hebben we veel mensen die later in hun leven de overstap van een ander geloof naar het christendom hebben gemaakt. Wat men kan zien in deze mensen is dat ze heel bewust een keuze hebben gemaakt. Ze hebben bewust gekozen om Jezus te volgen in hun leven. Ze hebben daarbij offers gemaakt, soms de familie moeten verlaten, maar we weten in ieder geval dat ze Jezus oprecht volgen.
Kunnen we wel geboren worden als christen? In de huidige maatschappij lijkt het daar wel op, onze ouders zijn christenen en wij zijn daarom van geboorte af aan ook christen. Veel mensen verlaten de kerk op latere leeftijd omdat ze er dan eigenlijk niets mee hebben. Maar de vraag is of die mensen eigenlijk wel christen zijn geweest. Is het niet zo dat het moment dat ze de keuze maken om niet langer christen te zijn, juist niet dat het moment is waarop men dan de tegenovergestelde keuze maakt?
Maar als we naar deze verzen kijken, dan is Paulus er van overtuigd dat het geloof dat in de grootmoeder en de moeder van Timotheus was ook in Timotheus is. Paulus kon het geloof zien in die mensen, het was duidelijk aan de vruchten van hun leven dat ze God lief hadden boven alles. En dat geloof zal er bij Timotheus ook uit komen.
Als we geboren worden, is het dit geloof dat in ons leeft? We zijn geen volgers van Jezus bij de geboorte, we zijn geen christen bij de geboorte. Er moet een moment van groei zijn in ons leven, het geloof dat in onze ouders is, moet ook in ons groeien. Er moet dan een moment komen dat we kunnen zeggen, het geloof leeft in mij. En dat is de uitdaging die wij aan moeten gaan als ‘christenen’ geboren in een christelijk gezin. Zoals veel mensen de kerk bewust verlaten, moeten wij bewust voor Jezus kiezen. Hem volgen door het geloof, dat in onze ouders is, in ons te laten groeien.