27 En de cipier, die wakker geworden was en zag dat de deuren van de gevangenis open waren, trok een zwaard en zou zichzelf gedood hebben, omdat hij dacht dat de gevangenen ontvlucht waren. 28 Paulus riep echter met luide stem: Doe uzelf geen kwaad, want wij zijn allemaal hier. 29 En toen hij om licht gevraagd had, sprong hij naar binnen en begon erg te beven, en hij viel voor Paulus en Silas neer; 30 en hij bracht hen naar buiten en zei: Heren, wat moet ik doen om zalig te worden? (Handelingen 16:27-30)
De cipier gooit zich onmiddellijk voor Paulus en Silas en vraagt hen naar de weg om zalig te worden. Blijkbaar hebben Paulus en Silas in alle hectiek toch iets goeds gedaan. Want deze cipier begrijpt maar al te goed dat God hier aan het werk is. En er is genoeg vrees in deze man om te begrijpen dat hier werkelijk de weg naar het eeuwige leven wordt gepredikt.
En dat is het grote probleem vandaag de dag, mensen hebben geen enkele vrees meer voor God. Ze willen het liefst alles wat met een eventuele god te maken heeft verbannen. En voor veel christenen is het niet veel anders. We vrezen God niet echt, we hebben het met zoveel woorden over geloof, maar als we uiteindelijk tot de kern komen moeten we toegeven dat er nooit zo’n moment in ons leven is geweest. Het moment dat we voor Gods troon komen en Hem vragen om de weg naar zaligheid.
In die tijd waren mensen nog afhankelijk van de omstandigheden. Ze hadden niet alle voorzorgsmaatregelen die wij hebben. Hier in India zien we dat heel duidelijk, ze hebben miljoenen goden en elke god heeft zijn eigen karakteristiek voor waar ze die god nodig hebben. En daarom is er die afhankelijkheid en een vrees voor god.
En die vrees moeten we niet kwijt raken, want dan is God niet meer dan een systeem waarin we een bepaalde mening etaleren. Dan komt er inderdaad niet zo’n moment dat we voor Gods troon komen in complete afhankelijkheid. Dan is God een bijproduct geworden die blijkbaar niet meer in het publiek debat mag voorkomen.
Hij is God, Hij is de Schepper van hemel en aarde. En wij zijn afhankelijk van Hem, hoezeer we ook denken dat we alles onder controle hebben. En daarom moeten we Hem vrezen, daarom moeten we net als deze man verlangen naar deze God en Zijn redding. Hij moet de bron zijn van ons leven, Hij moet werkelijk alles zijn voor ons.